Lezingen 12 januari 2025 (Doop van de Heer)

Bijbel lezen

1e Lezing: Jesaja 40, 1-5. 9-11

Roeping van de profeet
1 Bemoedigt, bemoedigt mijn volk, spreekt uw God.  

2 Spreekt tot het hart van Jeruzalem en roept het toe dat zijn diensttijd voorbij is, dat zijn schuld is voldaan, dat het uit Jahwe’s hand ontvangen heeft een dubbele straf voor al zijn zonden.  

3 Hoort, iemand roept: `Bereidt Jahwe een weg in de woestijn, in het dorre land een rechte baan voor onze God.  

4 Elk dal moet worden opgehoogd, en elke berg en heuvel afgegraven; oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden en ruige gronden worden vrijgelegd.  

5 Jahwe’s glorie zal zich openbaren, en alle mensen zullen haar eenparig zien. Voorwaar, de mond van Jahwe heeft gesproken.’ 

Jahwe komt
9 Klim op een hoge berg, met uw boodschap van vreugde, gij Sion, verhef met kracht uw stem, gij Jeruzalem, bode van vreugde, verhef ze, en wees niet bevreesd. Zeg tot de steden van Juda: `Hier is uw God.’  

10 Hier is de Heer, Jahwe, komend in kracht; de heerschappij is in zijn hand; zie, zijn loon draagt Hij mee, en zijn zegeteken gaat voor Hem uit.  

11 Als een herder zal Hij zijn kudde weiden; in zijn arm brengt Hij de lammeren samen en draagt ze aan zijn borst terwijl Hij de ooien voortleidt. 


Psalm: 104

1 Voor de koorleider. Met begeleiding van snaarinstrumenten.
Een psalm van David.
2 Geef uw wederwoord op mijn aanroep,
God die immer mij recht hebt gedaan,
die in nood mij ruimte kan scheppen;
ontferm U – hoor mijn gebed.
3 Hoelang, mannen, blijft het nog duren
dat mijn eer slechts verguizing oproept,
gij uw zinnen zet op wat schijn is,
het verwachten wilt van bedrog?
4 Beseft het:
Jahwe heeft zijn gunst aan een bij uitstek geschonken;
Jahwe hoort als ik tot Hem roep.
5 Draagt dan vrees, bezondigt u niet,
spreekt met uzelf op uw leger, weet dat zwijgen u past.
6 Brengt offers gelijk het betaamt,
stelt op Jahwe uw vertrouwen.
7 Steeds heet het: ‘wie biedt ons uitzicht?’
Doe Gij opgaan over ons uw lichtend aanschijn, Jahwe;
8 Gij geeft mij hartgrondiger vreugd dan de vreugd,
destijds, om hun oogst overvloedig van most en van koren.
9 Vredig vind ik de rust en de slaap;
Gij Jahwe, Gij alleen doet mij wonen beveiligd. 

2e Lezing: Titus 2,11-14;3,4-7

Genade en heiligheid
11 Want de genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen.  

12  Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd,  

13 terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Christus Jezus.  

14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde, vol ijver voor alle goeds. 

 

4 Maar de goedheid en mensenliefde van God onze Heiland is op aarde verschenen,  

5 en Hij heeft ons gered, niet omdat wij iets goeds gedaan zouden hebben, maar alleen omdat Hij barmhartig is. Hij heeft ons gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest.  

6 Want Hij heeft de Geest overvloedig over ons uitgestort door Jezus Christus onze Heiland.  

7 Zo zijn wij door zijn genade gerechtvaardigd en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar onze hoop op gericht is.


Evangelie: Lucas 3, 15-16. 21-22

15 Omdat het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn,

16 gaf Johannes aan allen het antwoord: ‘Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. 

Jezus door Johannes gedoopt
21 Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging  

22 en de heilige Geest in lichamelijke gedaante, als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’