Lezingen 1 september 2024 (22e zondag door het jaar)

Bijbel lezen

1e Lezing: Deuteronomium 4,1-2.6-8

1 Luister dan, Israël, naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer, en handel daarnaar. Dan zult gij leven en bezit gaan nemen van het land dat Jahwe, de God van uw vaderen, u schenkt.  

2 Aan wat ik u voorschrijf, moogt gij niets toevoegen en er niets van afdoen; ge moet de geboden van Jahwe uw God onderhouden die ik u geef.

en

6 en breng ze stipt ten uitvoer, want daaruit zal voor de volken uw wijsheid en uw inzicht blijken. Als zij al deze voorschriften horen, zullen ze zeggen: `Dat machtige volk is wijs en verstandig.’  

7 Is er soms een andere grote natie, aan wie hun goden zo nabij zijn als Jahwe onze God ons nabij is, zo vaak wij Hem aanroepen?  

8 Of is er een andere grote natie die zulke volmaakte voorschriften en bepalingen heeft als de wet die ik u heden geef?


Psalm 15:

1 Een psalm van David.
Heer, wie mag toeven binnen uw tent,
wie wonen op uw heilige berg?
2 Die wandelt oprecht en gerechtigheid doet,
die de waarheid hartgrondig belijdt,
3 die niet rondbrengt wat hem op de tong komt.
Zijn medemens brengt hij geen kwaad toe,
hij laadt geen smaad op zijn naaste.
4 De nietswaardige ziet hij met verachting,
maar die de Heer vrezen, hem eert hij.
Zwoer hij tot zijn schade, hij wijzigt het niet;
5 hij leent zonder rente te vragen,
neemt niets aan tegen wie in zijn recht staat.
Die aldus handelt, hij zal niet wankelen in eeuwigheid. 


2e Lezing: Jac0bus 1,17-18.21b-22.27

17 elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven, van de Vader der hemellichten, bij wie geen verandering is of verduistering door omwenteling.  

18 Uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door het woord der waarheid, zodat wij in zekere zin de eerstelingen onder zijn schepselen zijn.

en

21 Verwijdert daarom elke smet, elk restant van slechtheid, en neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan, dat in u werd geplant en de kracht bezit uw zielen te redden.  

22 Weest uitvoerders van het woord, en niet alleen toehoorders; dan zoudt gij uzelf bedriegen.

en

27 Zuivere en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en Vader is dit: wezen en weduwen opzoeken in hun nood, en zichzelf vrijwaren voor de besmetting van de wereld. 


Evangelie: Marcus. 7,1-8.14-15.21-23

FARIZEESE EN CHRISTELIJKE REINHEID
1 Eens kwamen de Farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Hem tezamen,  

2 en zagen dat sommige van zijn leerlingen met onreine, dat wil zeggen, ongewassen handen aten.  

3 De Farizeeën immers en al de Joden eten niet zonder zich eerst de handen te hebben gewassen met een handvol water, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen;  

4 komen ze van de markt, dan eten ze niet, voordat zij zich gereinigd hebben; zo zijn er nog vele andere dingen waaraan ze bij overlevering vasthouden: het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.  

5 Daarom stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag: “Waarom gedragen uw leerlingen zich niet volgens de overlevering van de voorvaderen, maar eten zij met onreine handen?”  

6 Hij antwoordde hun: “Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd! Zo staat er geschreven: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij.  

7 Zij eren Mij, maar zonder zin, en mensenwet is wat zij leren.  

8 Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen: kruiken en bekers afwassen en meer van dergelijke dingen doet ge.

en

14 Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen: “Luistert allen naar Mij en wilt verstaan:  

15 niets kan de mens bezoedelen wat van buitenaf in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.

en

21 Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,  

22 echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.  

23 Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.”