![Lezingen](https://www.plechelmus-parochie.nl/wp-content/uploads/2024/07/1000_geloof_bijbelkennis.jpg)
1e Lezing: Jesaja 43,16-21
De nieuwe uittocht
16 Zo spreekt Jahwe, die een weg legt in de zee, en in machtige wateren een pad,
17 die wagens en paarden en heel de macht van het leger uitrukken deed; – nu liggen zij neer, zij staan nooit meer op, gedoofd en als een vlaspitje uitgegaan -:
18 Klampt u niet vast aan wat vroeger gebeurd is en geeft niet al uw aandacht aan wat eens is geschied;
19 Zie, iets nieuws ga Ik maken, het is al aan het kiemen, weet gij dat niet? Ja, een weg ga Ik leggen in de woestijn, en rivieren in het dorre land.
20 Wilde dieren zullen Mij verheerlijken, jakhalzen en struisen; want Ik geef water in de woestijn, rivieren in het dorre land, om mijn uitverkoren volk te laven.
21 Het volk, dat Ik Mij heb gevormd, het zal van mijn lof gewagen.
Psalm: 126
1 Een bedevaartslied. Als de Heer doet keren de ballingen Sions zal het ons zijn of wij dromen.
2 Dan zal vol lachen zijn onze mond, jubel zal op onze tong zijn; dan verluidt bij de volken: ‘groot heeft Jahwe gehandeld aan hen!’
3 Groot heeft de Heer gehandeld aan ons, blijdschap is ons geworden.
4 Doe keren onze ballingen, Heer, als de waterbeken in het zuiden.
5 Zij die zaaien met tranen, zij zullen oogsten met jubel.
6 Hij gaat en hij schreit bij het gaan die het zaaizaad draagt en het zaait; hij keert met jubelen, hij keert – een die mag dragen zijn schoven.
2e Lezing: Fileppenzen 3,8-14
8 Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want mijn Heer Christus Jezus kennen gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven. Om Christus houd ik alles zelfs voor vuilnis, als het erom gaat Hem te winnen
9 en één te zijn met Hem, niet met mijn eigen gerechtigheid op grond van de wet, maar met de gerechtigheid die verkregen wordt door het geloof in Christus de gerechtigheid die van God komt en steunt op het geloof.
10 Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaarworden en de gemeenschap met zijn lijden, ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven
11 om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.
12 Niet dat ik het al bereikt heb. Ik ben nog niet volmaakt! Maar ik streef er vurig naar het te grijpen, gegrepen als ik ben door Christus Jezus.
13 Nee, broeders, ik beeld mij niet in er al te zijn. Alleen dit: vergetend wat achter me ligt, mij uitstrekkend naar wat voor me ligt,
14 storm ik af op het doel: de prijs van Gods hemelse roeping.
Evangelie: Johannes 8,1-11
De overspelige vrouw
1 Jezus echter begaf zich naar de Olijfberg.
2 ‘s Morgens vroeg verscheen Hij weer in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen.
3 Toen brachten schriftgeleerden en Farizeeën Hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en
4 zeiden tot Hem: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt, terwijl ze overspel bedreef.
5 Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar Gij, wat zegt Gij ervan?”
6 Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop Hem ergens van de te kunnen beschuldigen. Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond.
7 Toen ze bij Hem aanhielden met vragen, richtte Hij zich op en zei tot hen: “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.”
8 Weer boog Hij zich voorover en schreef op de grond.
9 Toen zij dit hoorden, dropen zij een voor een af, de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw, die nog midden in de kring stond.
10 Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: “Vrouw, waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?”
11 Zij antwoordde: “Niemand, Heer.” Toen zei Jezus tot haar: “Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.”